-
1 нестись
vgener. sjezen, jachten, schieten, vliegen (о лошади и т.п.), drijven, hollen, komen aanstormen, strijken, stuiven, voortjagen -
2 принестись
vgener. komen aanstormen -
3 примчаться
vgener. aanstuiven, toestuiven, aanhollen (òæ. komen aanhitser), aanjagen (òæ. komen aanhouding), aanrennen, aanstormen, komen aanschieten, toestormen -
4 налететь бурей
vgener. aanstormen (op- íà; òæ. komen aanstoot)
Перевод: с русского на все языки
со всех языков на русский- Со всех языков на:
- Русский
- С русского на:
- Нидерландский